Groep 5-6
Uitgevoerd door : Inge Hobers
Techniek/ materiaal : Gesprek, tekenen, schrijven en vertellen
Locatie : In eigen klaslokaal
Tijdsduur : 1,5 uur
Bijzonderheden : Digibord – indien gewenst; thema doorgeven
Kerndoelen : Kunstzinnige oriëntatie: 54, 55 en 56 - Mondelinge taal: 1, 2 en 3 – Schriftelijk
onderwijs 5 en 9 – Taalbeschouwing 12 (woordenschat)
Vormenspel
Vanaf groep 5 verandert er heel wat in de (teken)ontwikkeling van een kind. Kinderen zoeken naar realisme, dingen die getekend worden moeten echt lijken en tekening wordt snel afgekeurd. Het kind kan teken-moe worden. Tekenen is voor 'kleine kinderen'. Herkenbaar?
Met deze workshop wil ik dat voorkomen. We gaan experimenteren met vormen. Experimenten kunnen nooit mislukken. Het hoeft eerst niets te zijn, behalve een berg ideeën. Op deze manier raken kinderen los van het verlammende perfectionisme. Dit kán niet mislukken.
Oriënteren en onderzoeken beeldend: In deze fase gaan we vormtekenen. Ieder kind krijgt een houten vorm, (restmateriaal van de lasercutter). Deze vorm wordt meerdere malen omgetrokken en steeds weer daag ik de kinderen uit om te kijken wat de vorm nog meer kan zijn. Hierdoor leren ze voorbij hun eerste idee te kijken en zet het creatief en kritisch denken in gang. Vervolgens kiezen ze 1 schets uit, die ze gebruiken voor het schrijven van een tekst.
Oriënteren en onderzoeken taal: Door middel van open vragen stimuleer ik het waarnemen en creatief denken. Aan de hand van de vragen maken de kinderen een tekstschets; een tekst waarin veel gekrast en geschrapt mag worden. Het kan niet mislukken, het kan wel anders worden dan je in je hoofd had.
Verwerken: Op een nieuw blad combineren de leerlingen vervolgens hun tekst en tekening tot een passend geheel. Wie wil, mag het verhaal voorlezen aan de klas. De verhalen worden gebundeld tot een klassenboek. De titel verzinnen we samen.